Onderwerp:
*
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
A
a (palatisering van a-voor-uw)
a (beïnvloeding van a door volgende l)
a (palatisering van a-voor-r)
a als in bakken
a als in stal
â in open syllabe (jare - jaere - jore)
a voor -rm (arm)
a-fonemen: draad - schaap
a-fonemen: laat - draad, maken - schaap
a-fonemen: laat - maken
â-gebied
A-namen in Drente
â: —a - isoglossen
a/aa-wisseling (dak, tam, af)
aa (open middenklinker)
aa als in zaad, haak
aa in Noord-Holland
aa in open syllabe (dage - daage)
aa voor r + cons (kaars)
aa voor r + t/d (baard)
aa vs ao in Antwerpen
aa, klankkleur
Aal
Aal (gier) en aalput
Aalbes
Aalbes (aalbeere, -bese)
Aalbes, rode
Aalbes, rode – (heden)
Aalbes, rode – (vroeger)
Aalbes, rode ~
Aalbes, rode vrucht
Aalbes, witte ~
Aalbes, witte vrucht
Aalbes, zwarte
Aalbes: aal(bese, -bere)
Aalbes: aalbere, -bese
Aalbes: karsbeere
Aalbes: strengsbezen
Aalfuik
Aalkubbe
Aalmoezenier
Aalscholver
Aalt, gier
Aam, maat van 150 liter
Aambeeld
Aambeien
Aan
Aan (lange / korte klinker "hij trok het paard - zijn staart)
Aan de agent gegeven had, dat hij het verleden week - (woordvolgorde)
Aan de agent had gedacht, dat hij verleden week - (woordvolgorde)
Aan de kant (leggen)
Aan de voorkant van het huis (foarhûs)
Aan de zijkanten beginnen te ploegen
Aan elkaar
Aan het vechten
Aan Marie had gedacht, Klaas zei dat hij verleden week - (woordvolgorde)
Aan mijn hart
Aan, (lange / korte klinker "..kleed had de bruid -")
Aan, hij trok het paard - zijn staart
Aanaarden
Aanaardhak
Aanaardhandploeg
Aanaardploeg
Aanaardploeg A
Aanaardploeg B
Aanbidding, gedurige ~
Aandacht geven
Aandeel, part
Aangeblazen h
Aangeladen
Aangeslibde grond langs waterloop
Aangevreten door klein ongedierte
Aangrenzende grond: angeloch
Aanhangwagen
Aanharken, van de tuin
Aanhitsen
Aankleden, zich ~
Aankomt / afkomt
Aanladen
Aanlopen
Aannemer
Aanrecht
Aanrecht, gootsteen
Aanreiken
Aanrijding
Aanrijgen
Aansmijten
Aansporen, aanmoedigen
Aanspreekpronomina A
Aanspreekpronomina B
Aanspreken, het (Jan / moeder)
Aanstaan
Aansteken, licht ~
Aansteker
Aanstroppen
Aantal door polytonie gestuurde uitspraakverschillen
Aantal door polytonie gestuurde uitspraakverschillen in gebied zonder polytonie
Aantal rongblokken
Aantal verschillende klinkers in gevallen kaart 21
Aanzeggen, iemands overlijden ~
Aanzetstaal
Aap
Aapje
Aardaker
Aardappel
Aardappel - ierappel
Aardappel - ierappel (vervolg)
Aardappel - petraas
Aardappel (lijn 5)
Aardappel (meerv.)
Aardappel A
Aardappel B
Aardappel, glazen ~
Aardappel, knol
Aardappel, plant
Aardappel: eerdappel
Aardappel: tuffel
Aardappelbakje
Aardappelen
Aardappelen rapen: lesen
Aardappelen stampen
Aardappelen, Marie zat - te schillen
Aardappelen, Marie zit - te schiilen (woordvolgorde)
Aardappelen, Marie zit - te schillen (woordvolgorde)
Aardappelen, zeer grote ~
Aardappelen, zeer kleine ~
Aardappelfooi
Aardappelkuil
Aardappelkuil - tom
Aardappelkuil - tomme
Aardappelkuil, -groef
Aardappelloof
Aardappelmand
Aardappelmes
Aardappelmesje
Aardappelriek, algemeen
Aardappels
Aardappels inkuilen
Aardappels poten
Aardappelstamper (varkensvoer)
Aardappelstruik
Aardappelstruikje
Aardbei
Aardbei (erdbeere)
Aardbei (heden)
Aardbei (lijn 3)
Aardbei (vroeger)
Aardbei A
Aardbei B
Aardbei, plant
Aardbei, vrucht
Aardbei: -bese
Aardbei: erdbeere
Aardbei: erdbese
Aardbeien
Aardbeienboom
Aarde
Aarde uitsteken en wegwerpen
Aarde, algemeen
Aarde, een schop -
Aarde, grond
Aarde, grond waarin gewassen geteeld worden
Aardedonker
Aarden
Aarden naar
Aarden pot
Aarden pot (uul, oele, oeles, uules
Aarden potten
Aarden vloer
Aarden, in aarden pot
Aardig
Aardigheid
Aardkluit A
Aardkluit B
Aardleiding
Aardpeer
Aardrups , larve van de nachtvlinder
Aarmunt
Aars
Aars, van de koe
Aarsdarm
Aarve - eerve
Aarzelen
Aas in het kaartspel
Aas opgraven op het strand
Aasbak
Abbatoir
Abdis
Abdis (suffix -is) (i:e)
Abeel, witte ~
Ablaut in preterita (u - uu)
ABN-voorkeur-kaart "band lek"
Abrikoos, boom
Abrikoos, vrucht
Absintalsem
Abt
Abuis
Accu A
Accu B
Acht
Acht - aacht
Achter
Achter - after
Achter A
Achter B
Achter C
Achter ea (-ft:-cht)
Achter elkaar
Achter en bachten in 1994
Achter-[R] of voor-[r] (riem)
Achter, hinten, velarisering
Achterbaks
Achterbaks iem.
Achterbil, van de koe
Achterbil, van het varken
Achterblijven
Achterblijvend gewas
Achterblijvende big
Achterblijver
achterdeur
Achterdeur - Scheunentür
Achterdeur van de boerderij
Achterdocht
Achterdochtig persoon
Achtererf
Achterhaam
Achterhoofd
Achterknie
Achterknie, van de koe
Achterlijf
Achtermondvocalen (onvolkomen)
Achteroverslaan, de stortkar doen ~
Achterplaats
Achterpoot achteruitslaan, van een koe
Achterste
Achtersteven
Achteruit
Achteruit trappen
Achteruitgaan
Achteruittrappen
Achterwand
Achterwerk
Achting
Achtknoop
Achttien
Adamsappel
Adcocaat (drank)
Adderwortel
Adelaarsvaren
Adeldom
Adem
Ademen
Ader
Ader(en)
Adhortatief (laat ons ... / laten we ...)
Adieë, afscheidsgroet
adj. + om / voor / van / ø te + infinitief
adjectief: buigingsuitgang mann. enkelv.
adjectief: buigingsuitgang vrouw. enkelv.
adjectief: type goede > goeie/goeë
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een blauwe zak / hemd'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een blauwe zak / muts'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een gouden ring / speld'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een hoge berg / kast'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een lange dag / lat'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een open bak / deur'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een oude koe / huis'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord door toonalternantie in 'een zilveren ring / speld'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'bruine deuren'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een blauw hemd'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een blauwe zak'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een braaf kind'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een dikke tak'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een goed appeltje'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een goede oogst'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een goede pijp'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een gouden ring'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een gouden speld'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een halve taart'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een hele eeuw'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een hoge berg'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een hoge hoed'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een hoge kast'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een klein kind'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een kleine kat'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een korte maand'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een lange dag'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een lange lat'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een nieuwe kar'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een open bak'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een open deur'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een oud wijf'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een ronde fles'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een ronde pot'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een zilveren ring'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'een zilveren speld'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'halve deuren'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'het blauwe hemd'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'het brave kind'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'het goede mens'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'het grote glas'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'het oude huis'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'het oude wijf'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'lange latten'
Adnominaal genus op bijvoeglijk naamwoord in 'slechte noten'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een beet/bete'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een dag'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een eik/eike(n)'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een ekster'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een goede pijp'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een gouden ring'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een groot glas'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een kin'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een kom/komme'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een pauw'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een wortel'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een zadel'
Adnominaal genus op lidwoord in 'een zerk'
Adnominal accusativisme
Advertentie
Advocaat
AE-aanpassing aan het westen
Af
Af (vocalisme)
Af - of
Af (af, of)
Af / of
Af A
Af A (bijw.) (a:o)
Af B
Af B (bijw.) (af, of:ave)
Af, de rogge is -
Af: uitspraak van de a
Afbladeren (blad verliezen
Afbraakhout
Afbramen
Afdak
Afdak A
Afdak B
Afdak op de speelplaats
Afdingen
Afdrijven
Affiche
Affricaten in Europa
Affrikaten
Afgeknotte gaper
Afgeknotte staart
Afgeraden
Afgeraden (intervokalisch konsonantisme)
Afgeroomde melk A
Afgeroomde melk B
Afgunst
Afhalen, peulvruchten van vezels ontdoen
Afhangend kruis of achterlijf
Afkammen
Afkijken
Afkomst
Afkorten
Afkortzaag
Afladen
Aflaten
Afleggen
Afleggen van een dode
Afleggen, bovenlaag ~ bij het spitten
Afloeren, bespieden
Aflopen - beteare
Afnemen
Afpassen
Afpassen met de voet, aftreden
Afpellen
Afrasteren
Afrasteren, omheinen
Afrastering
Afrastering: (ôf)freding
Afremmen van de vang
Afrikaantje
Afrikaantje (tagetes)
Afrikaantje: stinkend juffertje
Afristen
Afroepen
Afromen
Afruimen (van de tafel)
Afscheid nemen A
Afscheid nemen B
Afscheiding geven uit de schede
Afscheiding geven uit de schede, gezegd van de koe
Afscheiding geven uit de tepels
Afscheiding in de koestal
Afscheiding in de paardenstal
Afscheiding in de paardenstal A
Afscheiding in de paardenstal B
Afscheiding, goedaardige - geven na de geboorte (van een koe
Afscheidsgroet A
Afscheidsgroet B
Afscheuren, afritsen
Afschrijfpunt
Afschrijven
Afslaan van noten
Afsluiting van de ovenmond
Afspieden, beloeren
Afstand tussen dialecten en Standaardnederlands
Afstands-metathesis (kervel - kellever, enz.)
Afstandsmetathesis in kervel, orgel
Aftakas, aansluiting
Aftellen, bij het spel
Aftikken op de muur
Aftreden, land ~
Aftrekken, uitwinnen
Aftuigen
Afval (van veevoer) - (ôf)eart
Afvallen van bladeren
Afvallen van dennennaalden, rijzen
Afvoergoot
Afwas
Afwassen
Afwassen. borden wassen
Afwasteil, afwasbak
Afwaswater
Afwateringsgreppel
Afzeggen
Afzeilen
Afzetten
Ajuintje
Akelei
Aker
Akker
Akker (toponomisch)
Akker - ikker
Akker A
Akker B
Akker in L-vorm
Akker of weiland dicht bij de hoeve
Akker, hoogte in een ~
Akker, laagte in een ~
Akker, omwalde ~
Akker, veld (kamp)
Akkerboterbloem
Akkercomplex
Akkerdistel
Akkerdistel, distel
Akkerereprijs
Akkergrens
Akkergrens, grensvoor
Akkerhoornbloem
Akkerkool
Akkerland dicht bij de hoeve
Akkerland of akker ver van de hoeve
Akkermaat m.i.v. sloten, kanten en wegen
Akkermelkdistel
Akkermunt
Akkerrug, tussen twee voren
Akkerscheiding
Akkerviooltje
Akkerwal
Akkerwinde
Akkoord gaan
Akkoord gaan, het eens zijn
Al
Al - ol
Al ... een jaar (al): dubbel bijwoord
Al ... lang (al): dubbel bijwoord
Al of geen lidwoord voor beroepsaanduiding
Album
Alcohol
Ald/t , old/t > oud/t (12de eeuw)
Ald/t , old/t > oud/t (middeleeuwen)
Ald/t > old/t (middeleeuwen)
Algemene poldervergadering
AlIkruik
Alkoholgeur - Fahne
Alkoof
All-risk-verzekering
Alle haast, in ~
Allerheiligen
Alles
Aloë
Alpen, schoepen van het waterrad
Alpinomuts
Alpinopet
Alruin, wortel
Als
Als (bij comperatieven)
Als (Hij is zo groot ... ik)
Als (Onze metser is zoo vet ...)
Als (voegw.)
Als (voegwoord, meervoudsvormen)
Als (voegwoord)
Als / dan
Als / dan, ik heb meer geld - jij / jou
Als / dan, Piet heeft een groter huis - ik / mij
Als de (kippen...)
Als de kiekens (kippen, koekens) een ...
Als de kiekens (kippen) een ...
Als de kuikens
Als een keuje
Als Gij
Als Hij
Als ik
Als Ik hem was
Als je ...
Als wij
Als: Als we sober leven, leven we gelukkig.
Alsem
Altaar
Altaarbel
Altijd
Altijd (heden)
Altijd (vroeger)
Alver
Alweer in twitterberichten
Alweer, in twitterberichten
Amandel
Amandelwilg
Ambacht
Ambacht - ambocht
Ambacht - handwerk
Amerikaanse eik
Ammoniaksulfaat
Ampullen
Amsterdamse invloed, stadstalen
Andag (andag:octaaf)
Ander
Ander (consonantisme)
Ander, velarisering in
Anderhalf - onderhalf
Anders
Anders; nietwaar? - oars
Andijvie
Andoorn
Anemoon
Angel
Angel van bij of wesp
Angelusklok
Angina
Angst
Anijs
Anjelier
Anjer
Anjer (anjelier)
Anjer / muurbloem (combinatiekaart)
Anjer, muurbloem, sering
Anker
Ankerblad
Ankerkuil
Ankerkuilvisserij
Anlautend, lokwoorden - (tj/ts/tsj/kj)
Anna en verkleinvormen
Ansichtkaart
Antidekschort, van het schaap
Antivries
Apocope
Apocope en insertie van -n na sjwa, synthese
Apocope en insertie van -n na sjwa, ww. 3e p. meerv.
Apocope van eind-sjwa
Apparaat voor schedespoeling, voor een koe
Appel
Appel - Apfel
Appel - appel
Appel (element in -boompjes)
Appel (element in -enboom)
Appel (element in -moes)
Appel (meerv.) A
Appel (meerv.) B
Appel, boom
Appel, het element - in samenstellingen als sinaasappel
Appel, vrucht
Appel: Sterappel (rode renet)
Appelbol
Appelboom
Appelboom (-elaar)
Appelmoes
Appelschimmel
Appeltje, mondje, boertje (dimin.)
Appelvink
après (achter) l'école - en rentrant (de l'école)
Après-août (achter-oogst)_- automne
April - aprel
Aprilgrap
Arbeider
arbre (boom) - age de la charrue
Architraaf
Arduin, hardsteen
Are, maat van 100 m2
Aren lezen
Arend (van de zeis)
Arend van de zeis
Arend van de zeis: heckel
Arm
Arm (znw; vocalisme)
Arm - erm
Arm - narm
Arm 'onvruchtbaar land'
Arm (subst.)
Arm (subst.) - narm
Arm (ze kreeg me bij de ~ beet)
Arm (znw.)
Arm, plur.
Armband
Armen (bruine ~)
Armoedig
Armpje
Armstoel, leunstoel
Armvol
Aronskelk
Arresteren
Artikel (meerv.)
Artikel, meervoudsvormen gedifferentieerd naar betekenis -
Arts
Arts, dokter
As
As (asch)
As (verbrandingsrest
As (verbrandingsrest)
As (vuurresten)
As van de molen
As, het congruerende voegwoord -
Asarm
Asbak
Asblok
Asgrauwe koe
Askop
Askruisje
Aslade
Aspectueel hulpww.: zullen - gaan
Asperge
Aspidistra
Asplankje
Assimilatie van intervocalische clusters
Assimilatie van stem (loopt)
Aster
Aswiel
Aswiel, na 1900
Aswiel, tot 1600
Aswiel, tot 1900
Aswiggen
Aswoensdag
Aszeef
At
au (saus, blauw)
Au, relatie tussen Sittard en Groningen
Augurk
Augustus
Aureool
Aurikel
auslaut -en in ww.-vormen A
auslaut -en in ww.-vormen B
Auslautende fricatieven
Auslautverscherping
Auto
Auto: diminutief
Autobus
Automatische schroevendraaier
Autootje (diminutief)
Autoped
Autoped, step
Avegaar
Averechts, achterstevoren
Averij
Avond
Avond laat
Avondklok luiden
Avondkoekoeksbloem
Avondmaal
Avondmaal nuttigen
Avondschemer
Avondspin
Avondwake
Azijn
Azijn (heden)
Azijn (vroeger)
Azijn: azijn/azien in 1995
Azijn: eek en var. in 1995